De Groene Zes (Provincie Antwerpen) en Openruimtekamers Gavers en Essers (Provincie West-Vlaanderen)
Uitgereikt op de Werelddag van de Stedenbouw. 17 november 2016, Antwerpen
‘Beide planningsinitiatieven laten de meerwaarde van doorgedreven samenwerking en overleg zien. Ze laten zien dat wanneer planningsprocessen vastlopen in moeilijke procedures, de oplossing niet ligt in minder planning en een makkelijke roep voor juridische vereenvoudiging, maar wel in meer planning, meer handwerk.’ (Juryvoorzitter Michiel Dehaene)
1. DE GROENE ZES
Groene zes is een breed opgezet initiatief dat werd ondersteund als Strategisch Project door Ruimte Vlaanderen. Het oorspronkelijk initiatief lag bij de gemeente Braschaat en bracht zes gemeentes uit de Antwerpse rand samen die hard nadachten over de strategische uitdagingen die hen binden. Hoe omgaan met het patrimonium aan kastelen en bijhorende parkjes? Hoe omgaan met de woonparken? Wat met het tanend aanbod aan handel en voorzieningen in de kernen? Wat met de openruimtestructuur, de ecologische en recreatieve waarde?
Het resultaat is zeer mooi gemeenschappelijk studiewerk. Een kader waarin mogelijke keuzes worden verkend. Kernversterkend verdichten, selectief herverkavelen en versterken van de groenstructuur in de woonparken. Een zeer mooi verslag ook met een indrukwekkend en goed gedocumenteerd overzicht van het instrumentarium dat door lokale overheden kan worden ingezet.
Voorts, nobele intenties tot samenwerking, maar tegelijk bitter weinig garanties. De provincie laat mogelijkheden zien maar laat de gemeentelijke autonomie intact. De echt moeilijke thema’s, zoals mobiliteit en mobiliteitsgestuurde herontwikkeling blijven buiten beeld. Op de goede verstandhouding staat een prijs. Het mag niet te veel pijn doen, en wordt nooit bindend.
2. OPENRUIMTEKAMERS DE GAVERS – ESSERS
Het traject De Gavers bevindt zich in een ander uiterste. Formeel werd voor de Planningsprijs een gortdroog RUP ingediend, waarop in de visualisatie twee kleurvlakken te zien zijn. Dit RUP blijkt de uitkomst van een zeer lang traject waarin gezocht werd om het provinciaal domein De Gavers uit te breiden en een grotere groenpool te ontwikkelen in de rand van de Kortrijkse stedelijke agglomeratie.
De oefening is de zoektocht naar de kleine deur waar toch een kameel door moet. Na een lange zoektocht om landbouw en natuur te verweven, werd het geweer van schouder veranderd en koos men resoluut om vanuit het provinciaal domein als kern van het gebied te vertrekken. De provincie nam zelf een leidende rol op en zocht naar de gepaste juridische kaders om doortastend die leidende rol waar te maken. Het nieuwe landinrichtingsdecreet bood soelaas: aan het RUP werd een inrichtingsnota gekoppeld. De inrichtingsnota schept het kader voor de grondcompensatie. De nota legt duidelijk de ambities van het initiatiefnemend beleidsniveau vast en maakt anderzijds erg concreet wat de financiële consequenties van dit gekozen beleid zullen zijn. De Gavers wordt een van de eerste gebieden waarvoor een inrichtingsnota zal worden opgemaakt.
Het geheel oogt allemaal weinig spectaculair, maar wie beter kijkt, realiseert dat hier iets strafs gebeurt. Hier wordt landbouw onteigend voor natuur. Maar hier wordt ook een kader geboden voor grondgebonden landbouw, in overleg, zonder landbouwers buiten te pesten. Hier wordt nagedacht over waar de kwesties best worden ontkoppeld en ruimtelijk gescheiden (hier natuur, hier landbouw) om vervolgens na te denken over hoe, in overleg, terrein gewonnen kan worden om boeren tot een meer ecologische bedrijfsvoering aan te zetten en hun productie meer op de nabijgelegen stad, en het natuurdomein zelf af te stemmen.