Het zwarte gat tussen conflicten en ‘goede’ beslissingen
JEF VAN DEN BROECK. 25 MAART 2019.
In de Campuskrant van de KULeuven van 30 januari doetChantal Mouffe deze uitspraak, zonder vraagteken, ter gelegenheid van het Ere-doctoraat dat ze aan de KULeuven kreeg.
Voor mij zijn onderzoek, overleg en samenwerking de motor van verandering en vooruitgang. En niet de conflicten op zich. Er zit immers een groot ‘zwart gat’ tussen conflicten en ‘goede’ beslissingen: een belangen- en machtsstrijd, korte termijn denken en beslissingen op basis van meerderheid tegen minderheid na veelal inhoudsloze discussies binnen onze particratische democratie. En dikwijls besluiteloosheid.
Zijn conflicten niet eigen aan elke menselijke relatie, aan elke menselijke constructie? Conflicten zijn er tussen koppels, in gezinnen, in families, in clubs, verenigingen en organisaties, in politieke partijen. En natuurlijk binnen elk politiek systeem, niet alleen in een democratie. Op welke manier kunnen conflicten een motor zijn? Dient een democratie enkel om ervoor te zorgen ‘dat er geen burgeroorlog van komt’ (Mouffe)? Gemeenschappen hebben altijd naar wegen gezocht om met conflicten om te gaan: bepalen van normen en waarden, gedragsregels, hiërarchische organisatie en besluitvorming, aanvaarden van leiderschap zelfs dictatuur, wetten, politie en legers … Maar leidt dit naar ‘betere’ besluitvorming? Ik herinner me een uitspraak van een Staatsraad bij de instelling van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in 1962. Hij zegde dat deze wet bedoeld werd om ‘burenruzies te vermijden’. Niet om de ruimte beter te ordenen. Niet om een beter beleid te ontwikkelen. Zulke wegen leiden niet automatisch naar een beter beleid. Heel dikwijls remmen ze zelfs elke vooruitgang af en richten zich louter op rechtszekerheid, stabiliteit, op het behoud van macht. Kijk maar IMEC dat klaagt over de vele regels die innovatie sterk bemoeilijken. Wat natuurlijk niet betekent dat er geen regels moeten zijn. Maar geen regels die leiden naar een gestolde maatschappij.
Op welke manier is het mogelijk om conflicten te beherenzodanig dat ze als aanleiding kunnen worden gebruikt om, bijvoorbeeld hetklimaatbeleid, te veranderen? Moeten conflicten niet leiden naar onderzoek, hetzoeken naar en ontwerpen van alternatieve wegen en de beoordeling ervan om debeste oplossing te vinden en de beste beslissing te nemen? Dit vraagt omgestructureerd overleg en samenwerking. Maar is dit mogelijk binnen onzerepresentatieve democratie zoals ze vandaag functioneert? Ongetwijfeld moeilijkwant belangen en het streven macht primeren meestal op andere motieven. Kan eendeliberatieve, op onderzoek en overleg gebaseerde, democratie soulaas brengen?
De ervaring met ondermeer Ringland geeft ons hoop en toonthoe de samenwerking tussen de burgerbeweging, experten, administratie enpolitiek tot meer kwaliteit kan leiden. Meer kennis, meer visies, meersamenhang, meer draagvlak. Politicoloog Stefan Rummens heeft hiermee welproblemen. Hij stelt (DS 4.2) dat deze aanpak te eenzijdig is omdat ze neerkomtop ‘het uitbesteden van beleid aan een groep experts en geëngageerde burgersdie het parlement en de regering buiten spel zetten’. Volgens Manu Claeys enLuc Huyse (DS 5.2) is niets minder waar. Politici waren vanaf het eersteogenblik mee betrokken en nemen alle beslissingen vanaf de bepaling van debudgetten tot en met de inhoudelijke beslissingen. Ze waren geen ‘passieve’ontvangers van het materiaal maar werden wel verplicht om mee na te denken enmet de vele conflicten verstandig om te gaan. Minister-President Bourgeois zei hetzelfdeals Rummens als reactie op het voorstel van Claeys om een ‘Klimaat-intendant’aan te stellen. ‘Primaat van de politiek’ weet u wel. Maar hebben onderzoek,kennis en samenwerking met alle actoren dan niets met beleid te maken?
Samenwerking vult het ‘zwart gat’ tussen conflicten enbeslissingen op en is de motor van verandering en vooruitgang. Het creëert demogelijkheid om een deliberatieve aanpak structureel te koppelen aan eenrepresentatieve en op die manier niet alleen meer democratie maar ook meerkwaliteit te genereren. ‘Collectieve overeenkomsten’ zoals het‘Toekomstverbond’ in Antwerpen als stap naar de representatieve besluitvorming kunneneen instrument zijn om beslissingen maatschappelijk en politiek te legitimeren.